Op het Oranje Nassau College, locatie Parkdreef, in Zoetermeer zijn de afgelopen tijd vier zij-instromers benoemd. Deze zij-instromers oriënteerden zich op werken in het voortgezet onderwijs via het traject van Leraar van Buiten. Een interview met plaatsvervangend directeur Richard Van Bochove (foto) over de do’s and dont’s op dit gebied.

Waarom durfde de school het aan om zij-instromers te benoemen?
‘Onze locatie heeft het motto grensverleggend/ondernemend. Dit motto geldt voor onze leerlingen, maar geldt natuurlijk ook voor het personeel. Wanneer wij de leerlingen stimuleren om hun grenzen te verleggen en te ondernemen, moet je als school ook openstaan voor zij-instromers.’

Welke positieve en minder positieve ervaringen hebben jullie met hen?
‘Uiteraard zijn zij-instromers onzeker. Wat kunnen ze verwachten? Dit betekent dat je als school veel tijd in de begeleiding moet stoppen. Wij als school hebben drie Begeleiders op School. Deze groep begeleidt de zij-instromers vooral op pedagogisch terrein, Vanuit de sectie krijgt de begeleider 1 klokuur per week om de kandidaat op vakdidactisch terrein te begeleiden. Daarnaast lopen er nog 150 collega’s in de school rond om hen te helpen. Ook krijgen deze kandidaten in de laatste vakantieweek een introductiecursus: hoe geef ik een goede ONC-les? Hierin staat naast de opbouw van een les, ook het klassenmanagement centraal. Daarnaast krijgen zij een cursus over het gebruik van de ICT (Magister, touchscreens, enzovoorts) op school.’

Welke tips heb je op dit gebied voor andere directeuren of HRM-medewerkers?
‘Uiteraard kun je niet van zij-instromers meteen wonderen verwachten. Daarom is goede begeleiding essentieel en een niet te grote betrekkingsomvang (maximaal 0,6 fte). De focus moet echt liggen op het lesgeven, de zij-instromer moet niet teveel andere taken krijgen.
Wij hebben ervaren dat de zij-instromers van meerwaarde kunnen zijn binnen onze school. Hun werkervaring van buiten de school is een waardevolle toevoeging voor het onderwijs. Daarnaast zorgen zij-instromers ook voor meer diversiteit in lerarenteams.’