‘Ik werkte een hele poos als journalist voor het ANP en heb daarna een tijdlang webredactie gedaan voor verschillende organisaties, het laatst voor een hippisch magazine. Bij ieder bedrijf maakte ik reorganisaties mee, dat waren spannende periodes. Ik mocht altijd blijven, maar de werkdruk werd steeds hoger. Ik had ondankbaar werk, ik kreeg er niets voor terug, ook financieel niet.

Ik wilde al lang iets anders. Logopedie leek me leuk, maar dat was niet haalbaar omdat ik daarvoor niet kon werken én leren. Doordat dit bij het onderwijs wel tegelijk kon, kwam ik op school terecht. Bovendien vertelden mensen in mijn omgeving leuke verhalen over hun werk in het onderwijs, dat ik erin geïnteresseerd raakte. Ik sta sinds september 2021 drie dagen voor de klas als lerares Nederlands op het RGO College in Middelharnis. In januari 2022 ben ik begonnen met het zij-instroomtraject aan de Hogeschool Rotterdam.

In het begin vond ik het zó verschrikkelijk spannend – de kilo’s vlogen eraf. Ik voelde alsof ik aan het doen was dat ik docent was. Het duurde wel even voor ik me meer op mijn gemak voelde voor de klas. Ook nu is er toch altijd de spanning: hoe gaat deze les verlopen? Elke dag en ieder uur is weer anders.
Ik heb best wel getwijfeld over de overstap naar het onderwijs. Maar mijn beeld dat je uren, jaren en weken dezelfde lessen staat op te lepelen, klopte niet. Het blijkt zo persoonlijk te zijn: wat bij de ene leerling werkt, werkt bij de andere helemaal niet. Er wordt dus steeds een beroep gedaan op je improvisatievermogen.

Daniëlle Berloth

Nu ik eenmaal bezig ben, haal ik hier enorm veel voldoening uit. Denk niet dat leerlingen superdankbaar zijn. Soms komen ze het lokaal binnen met de mededeling “Ik heb zó geen zin …”. Dat is natuurlijk niet leuk. Mijn voldoening haal ik uit leerlingen die wél meedoen, uit goede interactie. Op deze school gaat het trouwens niet alleen om resultaten, daar zijn we duidelijk in. We noemen dat het waarderend perspectief. We rekenen de leerlingen ook af op dat ze hun best hebben gedaan, dat ze ergens energie in hebben gestoken.

De combinatie van werken en opleiden is echt zwaar. De lesstof kreeg je zelf lang geleden en gaat dieper dan wat je in de onderbouw behandelt. Studeren gaat niet meer zo makkelijk als vroeger, maar ik ga er niet met tegenzin aan zitten. Je moet als zij-instromer in het weekend zin hebben om tijd aan je huiswerk te besteden. Als je het niet leuk vindt, gaat het niet werken. Je moet bereid zijn om er dingen voor opzij te zetten; onderschat het traject niet.

De begeleiding op school is heel goed. Ik heb een werkplekbegeleider, er zijn collega’s die op lesbezoek komen. Op deze school kan ik aan iedereen alles vragen, maar ik vind graag zelf m’n weg.


Mijn tip voor wie een carrièreswitch naar het onderwijs overweegt? Onderzoek het gewoon, ga op scholen kijken! Ik heb vóór ik ging solliciteren een paar lessen bezocht. Ik vond het meteen fantastisch en dacht: dat kan ik ook. Je voelt gelijk aan of het wat voor je is. En qua salaris ben ik erop vooruitgegaan. Ik verdien nu met drie dagen werken meer dan met vier dagen werken bij mijn vorige baas. Wees dus niet bang dat je moet inleveren, het kan meevallen.
Bovendien geeft het feit dat ik in hetzelfde dorp werk als waar ik woon, me veel vrijheid. Ik fiets in een paar minuten naar school, en in een tussenuur ga ik de hond even uitlaten.’