Het tekort aan werkplekbegeleiders heeft de schoolopleiders van Zadkine – Monique Hagen, Helga Heydra, Ellen Goslinga en Evelien Swint – doen besluiten om de koppeling student-werkplekbegeleider in het eerste studiejaar los te laten.
Alle eerstejaars van de lerarenopleidingen aan de Hogeschool Rotterdam die stage lopen op Zadkine krijgen nu als standplaats locatie Benthemplein (foto). Vandaaruit kunnen ze op verschillende locaties naar veel meer diverse voorbeelden van lessen kijken en daar (les)activiteiten uitvoeren. Dat doen ze bij opleidingen die verwantschap hebben met het vak waarvoor ze hebben gekozen. De studenten zullen kennismaken met de vier niveaus (Entree, niveau 2, 3 en 4), de twee trajecten (BBL en BOL) en de jonge en oudere studenten. Al rondreizend krijgen ze dus een indruk van de grote variatie die het mbo kenmerkt. Uiteraard wordt deze nieuwe vorm van opleiden en begeleiden aan het eind van het eerste studiejaar geëvalueerd.
Hoe wordt bewaakt dat de kwaliteit van de stages hoog blijft? Evelien Swint licht dit toe: ‘De schoolopleiders houden met behulp van een Excelbestand bij welke kandidaten bepaalde klassen en locaties hebben bezocht, op welke dag en tijden ze dit deden en welke werkplekbegeleiders hen daarbij hebben begeleid. Incidenteel worden werkplekbegeleiders en stagiaires namelijk nog wel gekoppeld, als werkplekbegeleider of klas voor één dag(deel). We bewaken het leerproces door wekelijks met studenten of als schoolopleiders onderling te evalueren of de stages nog in lijn zijn met het programmaboekje.
Een ander facet van de nieuwe werkwijze is dat de schoolopleiders van Zadkine meer organisatorische klusjes hebben en meer met elkaar samenwerken. We zijn benieuwd naar de eerste ervaringen zodra de eerstejaars studenten aan hun stage beginnen.’
Get Social