‘Helinium waar ik nu stageloop, is mijn oude middelbare school. Toen in hier in het vierde leerjaar zat, kon ik niet mee op excursie naar het buitenland. In plaats daarvan begeleidde ik leerlingen. Ik liep mee met het vak Engels en vond de omgang met leerlingen ontzettend leuk, hoewel ik vooraf dacht dat het niets voor mij zou zijn. Ik kwam enthousiast thuis. Toen ik een paar jaar later naar open dagen wilde, zei mijn moeder: ‘Je vond het helpen van leerlingen zo leuk, waarom doe je daar niets mee?’ Ik ging naar een open dag op de locatie van de Hogeschool Rotterdam aan het Museumpark en was meteen verkocht. Ik trof een fijne school met een huiselijke sfeer en aardige docenten die alle informatie en hulp wilden geven. Ik koos dus voor de lerarenopleiding, en nu ik die volg, vind ik het ook supergoed.
Mijn stage-ervaringen zijn positief, ook al was het eerste jaar lastig door corona. Van een kleine klas – de helft van het aantal leerlingen – ging ik naar een standaard-klas met 31 leerlingen. Daar moest ik aan wennen. Nu ik zo’n drukke klas heb, merk ik dat onderwijs de juiste keuze voor mij is. Er is zoveel meer interactie, leerlingen stellen sneller vragen, ze hebben het ook leuk met elkaar. Nu ik hele lessen mag geven kan ik mijn passie voor biologie delen met de leerlingen. Ik zie dat ze geïnteresseerd zijn, en ze vertellen soms ook eigen ervaringen binnen hun familie. Als dat gebeurt ben ik tevreden. Ik had nooit bedacht dat het zo bij mij zou passen!
Een toegevoegde waarde is dat ik een leuke band heb met de leraren op mijn eigen middelbare school. Mijn werkplekbegeleider zie ik elke dag, en bij de schoolopleider kan ik terecht als ik ergens tegenaan loop. Ook vangen docenten die al op de school werken, me heel positief op. Verder heb ik veel aan de transferbijeenkomsten die we met alle studenten houden. Want medestudenten die Frans of Engels geven, maken ook leerlingen mee. Dan sparren we hoe je een probleem kunt aanpakken of hoe je een les interessanter kunt maken.
Wat ik zou zeggen als ik anderen een advies mag geven over leraar worden? Ten eerste: je moet bij het beroep passen. En verder: je moet sociaal zijn, geduld hebben en een passie hebben voor je vak om kennis te kunnen overdragen. Je kunt een ongelofelijk leuke band opbouwen met je leerlingen – dat geeft veel voldoening. Het is helemaal leuk als je bijvoorbeeld één leerling in het schooljaar kunt aansporen tot liefde voor je vak – in mijn geval: biologie – of tot liefde voor het lesgeven. Natuurlijk mogen het ook meer leerlingen zijn. Ik snap eerlijk gezegd niet dat niet iederéén docent wil worden!’